Lezing
Allemaal dragen we het wel ergens in onze ziel, een heilig vuur. Het vuur van onze diepste inspiratie, onze dromen, onze passie. Het vuur dat ons doet branden en ons licht en richting geeft in onze liefdesrelatie, ons werk, onze hobby’s, de opvoeding van onze kinderen, in al onze uitdrukkingsvormen.
Vuur dat doet transformeren en steeds weer van ons vraagt vaste vormen los te laten opdat het kan blijven branden. Vuur dat niet voor niets ‘heilig’ genoemd wordt; zonder dit heilige vuur wordt ons leven banaal en plat. “Als het gedoofd is huilen de wolven”, zingen Acda en de Munnick. Over dit vuur wil ik spreken. Hoe je het aanwakkert, gaande houdt, zorgt dat het getemperd en beheerst wordt, en wat je doet als het gedoofd is en de wolven beginnen te huilen. Na afloop steken we buiten daadwerkelijk een vuur aan en doen we wellicht een klein ritueel.
Een lezing die niet voor niets gepland is in de aanloop naar het Pinksterfeest, dat mysterieuze moment waarop we vieren dat iedereen de ‘geest’ kan krijgen en anderen daarmee kan inspireren.