Stilte
Thuiskomen in de stilte
9 juli 2024
De noodzaak om alleen te zijn en de stilte in te gaan, is een terugkerend onderdeel van vele wijsheidsstromingen. Met als doel om je los te maken van je dagelijkse patronen en ingesleten gewoontes in denken en handelen. Die momenten van alleen zijn worden gesymboliseerd door het verlaten van het ouderlijk huis zoals we dat kennen van Boeddha, door het vasten in de woestijn door Jezus, of door het je terugtrekken in een grot, zoals Mohammed dat deed.
‘Stilte is de manier bij uitstek om jezelf goed te leren kennen.
Het is de toegangspoort tot de ziel.’
– Christopher Jamison
Vaak hebben mensen een dubbel gevoel bij alleen zijn. Aan de ene kant verlangen ze naar de rust van de stilte, aan de andere kant komt het er maar niet van en is er zelfs een vrees om de stilte te zoeken. Het is een moment dat je met jezelf alleen bent, en dat kan ook onwennig en confronterend zijn.
In de Oosterse traditie wordt het opzoeken van de stilte wel vergeleken met het kijken in een veelgebruikte waterput. Bij een eerste blik in de waterput zie je vooral troebel water. Er beweegt van alles aan de oppervlakte, het water is nog niet stil. Je kunt het vergelijken met de onrust van gedachtes en emoties die de overhand hebben. Het eerste moment dat je het stil laat worden, ervaar je de gehechtheid aan activiteiten en impulsen van buitenaf. De trekkracht daarvan en de verleiding om je mee te laten voeren door de ‘reuring en deining’ van het leven. Je geest bestookt je met redenen waarom het toch echt beter is om weer in actie te komen. Maar wanneer je niet toegeeft aan die trekkracht en in de stilte blijft, zal je geest meer tot rust komen. Het wateroppervlak in de waterput wordt kalmer en het beeld van wat je ziet verandert.
Langzaam verschijnen dan, in de vorm van je hoofd, je haren, je neus en je kaaklijn, de contouren van je eigen gezicht; de herkenning van je spiegelbeeld. Dat staat voor het besef van je (uiterlijke) patronen en gehechtheden die je leven in hun greep houden. Nadat de strubbelingen tot rust zijn gekomen, krijg je een beter zicht op jezelf. Je ziet hoe je jezelf in de problemen brengt. Waar je overheen leeft en hoe je je aanpast aan je omgeving; wat ondergesneeuwd raakt in de dagelijkse gang van zaken. Je loopt er niet langer van weg. Je blijft erbij. En het water wordt een slag helderder. Je komt bij jezelf uit en ervaart wat je echt nodig hebt in je leven. Welke keuzes je wilt maken, waar je voor wilt gaan. Zo krijg je in de stilte contact met je verlangens, je wensen, je inspiratie en ideeën.
In de fase die hierop volgt, is het in de beeldspraak van de waterput mogelijk om glimpen van de bodem van de put op te vangen. In de aanhoudende stilte is het mogelijk om de grond van alles te aanschouwen. Door je eigen spiegeling heen, kom je dan in contact met het diepste wat je kent. Met de essentie, het eenheidsbewustzijn, de Ene, het Leven of wat voor woorden je daar ook aan wilt geven. Je raakt aan wat jou bezielt en wat de grond is van je zijn en handelen. Het mooie is dat dit zicht op de bodem, het contact met de essentie, je laat ervaren dat je niet alleen bent. De weg erheen, in de stilte, leg je alleen af. Maar daar aangekomen heeft je gevoel van identiteit zich verplaatst van het ‘ik’ naar het gehele universum, naar alle wezens. Hoog of laag, zichtbaar of niet zichtbaar, dichtbij of veraf. Het onderscheid tussen jou en de ander, het andere, valt weg. Niet langer een afgescheiden ik, ervaar je dat je bent opgenomen in een wereld van spiritualiteit en van hulp.
Zo ben je in de stilte thuisgekomen bij jezelf en bij wat jou bezielt. Nu je een eigen ijkpunt hebt, kun je weer terugkeren naar de wereld met wat jij te bieden hebt. Hij die thuis is bij zichzelf kan zich thuis voelen in de wereld.