Ziel
- Dienstbaar zijn aan de wereld
- Vonken van licht
- Terugkeer van het licht
- Leegte en vorm
- Fluistering
- Tijd van leven
Dienstbaar zijn aan de wereld
9 juli 2024
‘Ik ga voor mezelf beginnen’, besloot een van ons drieën zo’n twintig jaar geleden.‘Ten dienste van wie of wat dan?’, vroeg zijn toenmalige leraar hem. Deze vraag drong diep tot hem door. Alle opwinding over het vers genomen besluit werd in een volledig ander kader gezet. ‘Waar doe ik het eigenlijk voor? Wie is die ‘mezelf”, met wie ik begin? Komt mijn besluit voort uit egomotieven of leidt het naar de vorm waarin ik het meest te geven en te bieden heb?’
‘Ten dienste van wie of wat doe je iets?’ is een krachtige vraag die naar de essentie leidt, van alles wat wij mensen en organisaties aanbieden. Martin Buber formuleert het zo: ‘Begin bij jezelf, maar eindig niet bij jezelf’. Al het innerlijke werk van een individu of van een organisatie, krijgt pas zijn volle betekenis als de wereld er beter van wordt. Als de wereld er mee verlicht en bezield wordt, op wat voor manier dan ook. Het eindigt er niet mee, maar het begint er wel degelijk mee: jouw leven begint bij jou! Bij je wensen en bij je dromen. Maar ook bij datgene wat je lijkt te overkomen maar wat, als je goed kijkt, ook bij jou is begonnen. Je bent geen slachtoffer maar medeschepper. De wereld is een spiegel waarin je jezelf steeds weer opnieuw te zien krijgt.
De weg van deze persoonlijke bewustwording is zinnig, maar kan echter ook doorslaan. Als je jezelf teveel in ogenschouw neemt, kan het leiden tot vruchteloze navelstaarderij of tot narcisme en spirituele hoogmoed. Dat is de reden waarom het wel bij jezelf begint maar daar niet mag eindigen. Een mooie illustratie biedt een verhaaltje uit de traditie van de Woestijnvaders. Het gaat over een man die al zijn hele leven vruchteloos op zoek is naar verlichting. Tenslotte komt hij in een klooster, waar hij nog een laatste poging wil wagen om ‘het’ te vinden. Er gebeurt echter niets. Niets, behalve dan dat hij elke nacht wakker wordt van een stem die hem vraagt: ‘Wat sla je over?’Een vraag die hem tot wanhoop drijft omdat hij, hoe hij ook in zichzelf zoekt, geen antwoord kan vinden. Nacht na nacht gaat het door, totdat hij het niet meer uithoudt, de gang op rent en deur na deur aanklopt, roepende: ‘WAT SLA IK OVER?’ Uit elke kamer komt hetzelfde antwoord: ‘MIJ!’ Een antwoord dat pas werkelijk tot hem doordringt als hij de kloostertuin in rent, en zelfs de maan hem toeroept: ‘MIJ!’
Wij mensen vinden onze bestemming in de relatie met de ander of het andere. In ons ligt, al dan niet verborgen, het verlangen om een gevend mens te zijn en betekenis te hebben. Dit dienstbaar zijn aan de wereld om je heen, is misschien wel de diepste behoefte die in onze ziel aanwezig is. En daar hoef je geen Nelson Mandela of Moeder Theresa voor te zijn. Dienstbaarheid vraagt niets vreemds van je. Het is de natuurlijke uitdrukking van het meest eigene in je, en het krijgt vorm in het kleine: met bezieling je werk doen, zorg dragen voor de mensen om je heen, een hand op een schouder, een woord van verlichting. Op die momenten dat je ‘jezelf’ kan loslaten en zonder terughouding aanbiedt wat je te geven hebt. Wij hopen juist in deze tijd van crisis en onzekerheid, waar het lijkt alsof snelle oplossingen en eigenbelang voorop liggen, mensen te mogen helpen om antwoord te vinden op de vraag: ‘ten dienste van wie of wat doe ik het?’