ITIP

Zin in je werk

Eindelijk vakantie! Hoe hard heb jij gewerkt?

Eindelijk vakantie! Hoe hard heb jij gewerkt?

9 juli 2024

Door Gert Stegeman

“Hè, hè, eindelijk vakantie”, hoor ik mijzelf verzuchten nu de zomerperiode is aangebroken, “Daar was ik aan toe”. Nog een paar laatste dingen van mijn lijstje en dan breekt er een tijd van ontspanning aan, met ruimte om te lummelen, tijd met mijn gezin door te brengen, om te wandelen in de bergen, vrienden te zien en leuke dingen te doen. Heerlijk om zo de tijd aan mezelf te hebben en even niet in allerlei afspraken en overleggen te zitten, in een open ruimte te komen waarin niets moet, waarin ik weer kan opladen.

Heb ik me niet te druk gemaakt?

Maar als ik zo’n zin heb om te ontspannen, roept dat ook de vraag op hoe hard ik eigenlijk heb gewerkt.

Tijdens het opruimen kom ik een droom van een paar jaar geleden tegen:
‘Ik sta op het punt om een lezing te geven, het is ongeveer half 8 en de lezing begint over een half uur. Er zijn allemaal mensen gekomen, waarvan ik er een heel aantal ken, waaronder een oude schoolvriend van mij. En terwijl iedereen rustig zit te wachten bij mij thuis op de stoep tot het 8 uur is, ben ik druk bezig om nog koffie te zetten voor mijn oude vriend (maar het apparaat gaat kapot), maak ik me druk over het vervoer (want mijn auto blijkt kapot en moet eigenlijk nog naar de garage), en ondertussen heb ik het knagende gevoel dat ik nog naar mijn lezing moet kijken (maar daar is natuurlijk geen tijd meer voor). In paniek word ik wakker.’

Zo sterk als ik dat toen droomde ervaar ik het nu niet, maar iets ervan herken ik wel. Het gevoel dat er nog allerlei dingen niet af zijn; een wat angstige stem die steeds zegt dat ‘dit nog moet, dat beter kan of had gekund, en daar nog iets ligt’; en dat ik me van binnen druk kan maken over allerlei zaken die er eigenlijk niet zo toe doen of die ik toch niet kan veranderen.

Ben ik wel met de juiste dingen bezig geweest?

Het doet denken aan het chassidische verhaal van rabbi Henoch over een dwaas die men de Golem noemt:
’s Morgens bij het opstaan kostte het hem altijd zoveel moeite zijn kleren bij elkaar te zoeken, dat hij ’s avonds dikwijls bang was om te gaan slapen. Eens op een avond vatte hij tenslotte moed, nam potlood en papier en schreef bij het uitkleden op waar hij elk kledingstuk had neergelegd. ’s Morgens haalde hij welgemoed het papier tevoorschijn en las: “M’n muts hier”, hij zette haar op; “mijn broek daar”, hij stapte er in, enzovoort, tot hij alles aan had. “Ja maar waar ben ik nu?” vroeg hij zich angstig af, “waar ben ik nu gebleven?” Tevergeefs zocht hij en zocht hij, hij kon zichzelf niet vinden.’

Zo vergaat het mij soms ook, dat ik in het werken mezelf kan verliezen. Dat ik té verantwoordelijk word en té weinig ontspan. Dat ik té hard mijn best doe in plaats van op een natuurlijke manier reageer op wat er op mij afkomt. Dat ik té veel rekening houd met wat mijn omgeving van mij verwacht, en onvoldoende van mijn eigen kracht en verlangens uitga. Dat het werk té veel op wilskracht gaat in plaats van in een stroom van vertrouwen en plezier.

Wat ik ga doen deze zomer?

Hoewel het me steeds beter lukt om verantwoordelijkheid en werk te laten samengaan met ontspanning en plezier, blijft dat ook een hele kunst. Om niet de kritische stem van het ‘moeten’ het hoogste woord te laten hebben, maar te luisteren naar de zachtere roepstem die fluistert ‘je mag dit, je hoeft niet dat, je kunt ook zo, …’.

Ik heb vooral zin om deze zomer die zachte stem te volgen … en straks ook weer in mijn werk. En ik wens jou datzelfde toe.

Een hele fijne zomer!

Deel dit artikel