Persoonlijke ontwikkeling
Lot en vrijheid
4 juli 2024
Dit artikel is een ingekort stuk uit Dagboek van de Ziel, Bertie Hendriks, co-auteur Mirjam Tirion-Ietswaart, p.22-24
Onze persoonlijke levensopdrachten blijken niet alleen lastig: ze geven kleur aan ons leven, ze zijn brandstof voor het vuur dat ons doet ontwikkelen. Onze beperkingen als hulpbron te zien voor onze persoonlijke ontwikkeling is een ommekeer in ons bestaan: het brengt ons bij ons ware zelf en bij onze creatieve levensopdracht.
Ieder die aandacht heeft besteed aan zijn persoonlijke ontwikkeling weet dat dezelfde thema’s keer op keer blijven terugkomen. De een heeft het altijd te druk, de ander blijft zich afvragen: ‘Doe ik het zo goed?’ en weer een ander voelt zich in de grond altijd alleen. Je aanleg, de manier waarop je geboren wordt, de ouders die je krijgt; dit alles kun je zien als het lot dat je toevalt. Daarnaast is er het lot dat je tijdens je leven treft: een dronken automobilist op de verkeerde helft van de weg, een ontmoeting met iemand die je geliefde wordt, een ouder of partner die overlijdt, een ziekte. Lot bestaat. Toeval bestaat. Lot valt je toe. Bij je geboorte en in de rest van je leven.
Innerlijke vrijheid
Met het lot dat je toevalt is je levensverhaal nog niet geschreven. Het is nog helemaal niet bepaald hoe je je verhaal beleeft en of het lot je gelukkig of ongelukkig zal maken, want niet het lot zelf is bepalend voor je leven, maar de manier waarop je ermee omgaat.
Je kunt alles mee hebben: geld, roem, gezondheid, aandacht, een mooi lichaam, een prachtige stem… en toch kun je doodongelukkig zijn. Je kunt arm zijn, gehandicapt of ziek, pijn hebben en toch blijmoedig in het leven staan. Uiteindelijk zijn het niet de lotsgegevens die bepalen hoe jij je levensverhaal beleeft. Je hebt een innerlijke vrijheid waardoor je kunt kiezen hoe je omgaat met wat op je weg komt.
Willen zien
Het spanningsveld tussen lot en vrijheid is een bekend thema in de Griekse mythen. Vaak wordt het verhaal ingeleid door een orakel dat bij de geboorte van de hoofdpersoon voorspelt hoe zijn levenslot zal zijn. Oedipus, zo voorziet het orakel, zal zijn vader doden en zijn moeder trouwen en van Narcissus wordt gezegd dat hij slechts gelukkig zal zijn als hij zichzelf niet leert kennen.
Hoewel het lot niet onherroepelijk vastligt, is de kans groot dat je blindelings in de klaarliggende valkuilen stapt. Uit angst dat het voorspelde lot zich zal voltrekken, groeit Oedipus op bij andere ouders, waardoor hij later zijn echte vader en moeder niet herkent. Zo kan de voorspelling dat hij zijn vader vermoordt en zijn moeder trouwt, vervuld worden. De mythe vertelt dat wie de werkelijkheid niet wenst te zien, blind wordt voor zijn eigen rol.
Wij kennen vele vormen om de werkelijkheid niet te hoeven zien: doen alsof er niets aan de hand is, de schuld buiten onszelf zoeken, letterlijk wegvluchten. Zij maken ons blind voor wie we zijn en wat er gebeurt. Het kan lang duren voordat wij, vaak door een crisis, onze ogen openen. Toen tot Oedipus doordrong dat hij zijn vader had vermoord en zijn moeder had getrouwd, nam hij twee grote, scherpe gordijnspelden en stak die in zijn ogen. Zo werd de ziende blind en zag de blinde weer. Een schokkend beeld van iemand die echt wakker werd.
Lot en vrijheid
Als we ons niet meer laten leiden door wat anderen zeggen en van ons verwachten, maar gaan leven van binnenuit, ontdekken we wie wij zijn en wat onze werkelijke beperkingen zijn. Vrijheid is niet hetzelfde als alles kunnen doen. Beperkingen horen bij vrijheid als de klankkast van een gitaar bij de muziek, als het kleurenpalet van de schilder bij zijn schilderijen. Het lot schuurt en slijpt ons tot het sieraad dat wij zijn.
Ik wilde manager worden en leidinggeven. Ik geloofde in een ‘maakbare’ wereld waarin je alles voor elkaar krijgt als je maar je best doet. Totdat ik op achttienjarige leeftijd ziek werd. Telkens kreeg ik ontstekingen; in mijn gewrichten, huid, hart, longen. Er ontstond een enorme kloof tussen mijn hoofd dat van alles wilde en de rest van mijn lichaam dat steeds op de rem stond. Ik werd zieker en zieker, totdat het niet meer ging. Eindelijk zocht ik hulp en vond mensen die zachter voor mij waren dan ik voor mezelf was. Langzaam smolt mijn harde buitenkant, ik accepteerde mijn ‘handicap’. Ik ben milder geworden. Ik geef nog steeds graag leiding maar nu met veel meer ruimte voor andere mensen.
– Nadia –
Onze persoonlijke levensopdrachten blijken niet alleen lastig: ze geven kleur aan ons leven. Ze zijn brandstof voor het vuur dat ons doet ontwikkelen. Onze beperkingen als hulpbron te zien voor onze persoonlijke ontwikkeling is een ommekeer in ons bestaan: het brengt ons bij ons ware zelf en bij onze creatieve levensopdracht.